Jürgen Stroop werd geboren op 26 september 1892 in Detmold (Duitsland). Zijn vader was politieagent. Na de lagere school kwam hij in dienst als leerling bij het kadaster in zijn woonplaats. Hij werkte daar tot het begin van de Eerste Wereldoorlog. Hij nam toen dienst als vrijwilliger bij de Reichswehr. Aan het einde van de oorlog was hij opgeklommen tot Vizefeldwebel (sergeant 2e klasse). Hij pakte na de oorlog zijn baan op het kadaster weer op.

Stroop werd in 1932 lid van de SS en van de NSDAP. Tijdens de Duitse verkiezingscampagne van 1932 maakte hij een goede indruk op Hitler, Heinrich Himmler en Göring. In 1933 werd hij benoemd tot hoofd van de Hilfspolizei (hulppolitie) in het Duitse vorstendom Lippe. Een jaar later werd hij bevorderd van SS-Oberscharführer tot de rang van SS-Hauptsturmführer. Vervolgens werkte hij op de bureaus van de SS in Münster en Hamburg. In de herst van 1938 werd hij bevorderd tot SS-Standartenführer.
Na de invasie in Polen diende hij als commandant van de SS-afdeling in Gniezno (tegenwoordig Polen). In mei 1941 veranderde hij zijn voornaam van Josef in Jürgen, op ideologische gronden èn ter nagedachtenis aan zijn overleden zoon.

In april 1943 verving Himmler de chef van de SS en de politie in het district Warschau, SS-Obergruppenführer Ferdinand von Sammern-Frankenegg, door Stroop (als SSPF Warschau). Als WO1 veteraan was Stroop kort tevoren betrokken geraakt bij operaties tegen Sovjet-partizanen in de Oekraïne en was hij vertrouwd met de modernste techniek in het bestrijden van guerilla-bewegingen.

Stroop's award to the Iron Ctoss
Stroop was verantwoordelijk voor het neerslaan van de opstand in het getto van Warschau (19 april - 16 mei 1943). De operatie begon om 06:00 uur op 19 april; Stroop nam het bevel op zich om 08:00 uur diezelfde dag. Toen de Duitse troepen teruggedrongen werden door hevig Joods verzet, gaf hij opdracht het hele getto af te branden. Na afloop, in zijn beroemde rapport aan zijn superieur, SS-Obergruppenführer F.W. Krüger, en aan Himmler, pochte Stroop: "de Joodse wijk van Warschau bestaat niet meer".
Voor zijn bevel over de Duitse troepen tijdens de opstand in het getto van Warschau werd Stroop gedecoreerd met het Ijzeren Kruis 1e klasse. Zijn rapport werd opgemaakt in drievoud: één voor Himmler, één voor Krüger, en één voor hemzelf. Het bevatte een samenvatting van de Aktion, de verzonden telexen, en een verzameling fotos die zijn gemaakt in het getto gedurende de gevechten. Na de oorlog werd één exemplaar in beslag genomen door Amerikaanse militairen. Het speelde later een belangrijke rol tijdens de processen van Neurenberg. Stroop heeft de autenticiteit van het gevonden exemplaar nooit betwist.

Van september tot november 1943 was Stroop SS- en politiechef in Griekenland, daarna diende hij aan de Rijn tot het einde van de oorlog. De Amerikanen namen hem gevangen op 8 mei 1945. Een Amerikaans militair tribunaal veroordeelde hem ter dood op 21 maart 1947. Het vonnis werd echter niet voltrokken. Stroop werd uitgeleverd aan Polen. Daar werd hij opnieuw ter door veroordeeld op 23 juli 1951. Stroop werd opgehangen op 6 maart 1952 in Warschau.


Samenvatting     Telexen (Selectie)     Foto’s (Selectie)

ARC Main Page
De opstand in het getto van Warschau

Fotos: Nationaal Herdenkings Instituut Warschau, en USHMM
Vertaling gebaseerd op: A Teacher's Guide to the Holocaust

© ARC 2006