Abraham Gepner werd geboren in Warschau in
1872;
vóór WO2 was hij zakenman, lid van de gemeenteraad van Warschau en een
leidende figuur in Joodse aangelegenheden en activiteiten op het gebied van liefdadigheid. Hij was
ook voorzitter van de Vereniging van Joodse Kooplieden. Toen de Duitsers Polen binnenvielen in
september 1939 was Gepner 67 jaar oud. Bij de bezetting van
Warschau waren Gepner en
Samuel Zygelbojm
de twee Joden onder de 12 vooraanstaande personen die als gijzelaars werden vastgezet.
Abraham Gepner maakte vanaf het eerste begin deel uit van de Judenrat van het getto van Warschau
en was nauw bevriend met de voorzitter van die Judenrat,
Adam Czerniakow. In
november 1940
werd Gepner hoofd van het Bevoorradingsdepartement, dat voedsel en andere elementaire zaken
verzorgde. Hoewel Gepner niet in staat was de hongersnood met zijn vele slachtoffers te voorkomen,
genoot hij het vertrouwen van de gettobevolking dat hij en zijn departement alles deden wat mogelijk was.
Gepner was ook betrokken bij liefdadigheid en onderlinge hulp in het getto, in het
bijzonder voor kinderen en wezen.
Volgens
Czerniakow’s dagboek, aantekening van
17 februari 1942, was Gepner in gesprek met enkele mensen van zijn staf:
“
Weten jullie hoe je moet rekenen?”
“Jazeker.”
“Reken dan niet op mij.”
Op
21 juli 1942 arresteerden leden van de
Sicherheitspolizei
iedereen die aanwezig was in het kantoor van
Czerniakow
op de
Judenrat, en tevens zijn belangrijkste adviseurs. Tegelijk werden ook de hoofden
van de bevoorradingsautoriteit, met Gepner als eerste, opgepakt.
Czerniakow
verzocht
Heinz Auerswald en
Hermann Höfle om de vrijlating van Gepner.
Op
22 juli werd Gepner vrijgelaten, en hij keerde tegen kwart voor 4 ‘s middags in het getto terug. Hij
verwierp het aanbod van Poolse vrienden om hem een schuilplaats te bieden aan de “Arische”
kant van Warschau, maar verkoos in het getto te blijven.
Een brief die hij schreef op
1 januari 1943 bevat de volgende passage:
"
Ik heb er geen spijt van dat ik in het getto ben gebleven, evenmin
als van enige andere beslissing die ik heb genomen. Pas geleden ben ik zeventig geworden, en ik
beschouw het blijven in het getto, samen met mijn broers en zussen, als de belangrijkste stap die ik in
mijn leven heb gezet. Als ik erin ben geslaagd een enkele traan te drogen – is dat mijn beloning.
Ik heb een dochter in Amerika. Zeg haar dat ik mijn volk trouw heb gediend."
Gepner's dochter,
Angela, stierf in
New York op
20 februari 2003, 100 jaar oud.
Gepner steunde de ondergrondse beweging in het getto en de bewegingen van de geheime pioniers. Toen de
opstand in het getto van Warschau uitbrak op
19 april 1943, weigerde hij aanvankelijk zich te verschuilen in een bunker;
maar uiteindelijk liet hij zich vermurwen en zocht beschutting in een schuilkelder in de
Franciszkanska Straat.
Op
3 mei 1943 veroverden de Duitsers deze bunker en sleurden
Gepner en anderen uit hun schuilplaats en schoten hen dood.
Bronnen:
Trunk, Isaiah.
Judenrat. The Jewish Councils in Eastern Europe Under Nazi Occupation, The Macmillan
Company, New York, 1972
Gutman, Israel, ed.
Encyclopedia of the Holocaust, Macmillan Publishing Company, New York, 1990
Yad Vashem.org. "Abraham Gepner".
http://query.nytimes.com
© ARC (http://www.deathcamps.org) 2006