|
Pawiak Gevangenis |
De beslissing om een nieuwe gevangenis te bouwen in
Warschau
viel in
1829. Deze gevangenis, later genaamd "Pawiak", stond in het
blok tussen de
Dzielna-, de
Pawia- en de
Wiezienna Straat. De bouw startte in
1830
en werd voltooid in
1836. De gebouwen werden ontworpen
door
Henryk Marconi, één van de meest
vooraanstaande Poolse architecten in de 19
e eeuw. De eerste gevangenen
werden er ingesloten in
1835.
De gevangenis had de vorm van een rechthoek en besloeg een oppervlak van 1,5 hectare.
Er stond een muur omheen met twee torens, één aan de kant van de
Dzielna Straat en één bij de
Pawia Straat. Het hoofdgebouw, waarin het mannengedeelte was
ondergebracht, bestond uit vier etages. Het vrouwengedeelte, bekend als "Servië", had drie
verdiepingen. Het complex omvatte ook een aantal bijgebouwen, zoals opslagplaatsen, werkplaatsen,
een keuken, voorraadkamers, badkamers, een schuur voor de boilers, ruimten voor het schillen
van aardappelen en een wasserij.
|
Geldwissel uit 1940 |
Gedurende de eerste tijd van de Duitse bezetting, tot
maart 1940,
viel de gevangenis onder de zeggenschap van het ministerie van justitie van het
Generalgouvernement.
Daarna kwam zij onder het bevel van het bureau van de commandant van de
Sicherheitspolizei,
SD en
Gestapo. Begin
november 1940 nam een permanente
Duitse staf het beheer van de gevangenis over. Dit raakte de omstandigheden binnen de gevangenis,
waar de Poolse bewakers hadden geprobeerd de gevangenen op verschillende manieren te helpen,
onder andere door contact met de buitenwereld toe te staan. De Poolse cipiers werden gearresteerd
maart-april 1942. In Pawiak, ontworpen voor 1.000
gevangenen, zaten er wel 3.000. De omstandigheden in de gevangenis waren hard:
"
Alhoewel er steeds een bovenlichtje van gewapend glas open stond,
was de lucht in de cel niet te verdragen door het stof. ’s Winters was de kou verschrikkelijk en in
de zomermaanden de hitte eveneens. Ondanks frequente ontluizingen maakten de bedwantsen
het leven van de gevangenen onmogelijk."
|
Bezoek van Himmler in 1942 * |
|
Briefkaart uit 1941 |
Het voedsel in Pawiak was onvoldoende voor de hele groep, tijdens de duur van de Duitse
bezetting. Zonder hulp van buitenaf hadden velen het er niet levend afgebracht.
De eerste publiekelijke executie in
Warschau houdt nauw verband
met Pawiak. De bekendmaking van
3 november 1939
informeerde de bevolking over de executie van
Eugenia Wlodarz en
Elzbieta Zahorska, die waren gearresteerd wegens het weghalen
van een Duits propaganda aanplakbiljet met de tekst “Engeland dit hebt gij gedaan".
Zij werden gevangen gezet in Pawiak en later terechtgesteld in
Fort Mokotowski.
|
Briefkaart uit 1942 |
Ongeveer 250 Pawiak gevangenen werden in de jaren
1939 - 1944
terechtgesteld in
Warschau en omgeving:
Bukowiec, Palmiry,
Wolka Weglowa, Luze, Laski, Magdalenka, Stefanow, Las Kabacki, Waver,
en
Anin. De executies bereikten hun hoogtepunt in
1943 en
1944. Van
mei 1943 af, nadat het
getto van Warschau
was verslagen en daarvan slechts ruïnes resteerden, werden de executies eenvoudig
op straat uitgevoerd, overal in de buurt van de gevangenis: in de
Dzielna Straat, de
Gesia Straat, de
Zamenhof Straat, en de
Nowolipki Straat.
Pawiak werd een symbool van de wrede bezetting, en op muren, reclameborden en trottoirs werden
leuzen gekalkt als "
Pawiak Pomscimy" ("Pawiak zal gewroken worden"). Wat de gevangenen
zich vooral heel levendig herinnerden waren de ondervragingen op het hoofdkwartier van de
Gestapo
in de
Aleja Szucha (Straat van de Politie), waar veel
gevangenen zijn doodgemarteld.
Leon Wanat, werkzaam op het kantoor van de gevangenis:
"
Tweemaal per dag bracht een auto dezelfde gevangenen terug
naar Pawiak, in een beroerde conditie. Het leek alsof de ziekenwagen slachtoffers van een verkeersongeluk
vervoerde. Hun gezichten waren bleek en bebloed, hun ogen blauw en gezwollen, hun kleding
verfomfaaid en bevuild of gescheurd, - zonder mouwen en met afgescheurde zakken. Sommigen
lieten zich voorzichtig uit de auto zakken, ondersteund door hun broeders in de nood. Zoals zij
eruit zagen, vertelde genoeg over de verhoormethoden van de Gestapo.”
Rond de 60.000 gevangenen van Pawiak werden gedeporteerd naar concentratiekampen.
Het eerste transport verliet de gevangenis op
2 mei 1940
met als bestemming
KZ Sachsenhausen, maar de meeste gingen naar
KZ Auschwitz-Birkenau. 53 transporten van mannen, en 11 van vrouwen
werden daarheen gestuurd
tussen 14 augustus 1940
en 12 / 13 augustus 1944.
Tijdens de reis per boevenwagen na een gewelddadig verhoor in de
Aleja Szucha op
26 maart 1943, werd
Jan Bytnar Rudy, de commandant van de ‘Grijze Troepen’, een ondergrondse
knokploeg in het zuidelijk deel van
Warschau in de buurt
van het
Arsenaal, bevrijd als gevolg van een afspraak tussen een
clandestien netwerk binnen de gevangenis en de Poolse ondergrondse, op het kruispunt van de
Bielanska Straat en de Dluga Straat, samen met 25 andere gevangenen.
"
Tijdens de opstand in het getto in
april–mei 1943 werd de Pawiak een uitvalsbasis voor de nazi’s.
Gevangenen in Pawiak, onder het bevel van Burkl,
meldden zich vrijwillig aan voor de jacht op opstandelingen. Wie gegrepen werd, werd geslagen,
vernederd en gemarteld. Daarna werden zij van korte afstand gedood met een nekschot,
mannen zowel als vrouwen. De Oekraïeners deden precies hetzelfde. Later begonnen
zij plezier in te krijgen in het moorden. Wij keken met walging naar hen – we versteenden
door hun verhalen. In Pawiak werden de cellen volgespoten met bijtende rook.
We konden het verbranden van menselijke lichamen ruiken. IJzeren kasten en bedden verschroeiden.
Rubber zolen zwollen op tot ballonnen. Het leek erop of we ook zelf in vlammen op zouden gaan.“
|
Het Monument in 1986 |
|
Het Monument in 2005 |
Na de liquidatie van het getto in
mei 1943, werden de
Joden die men oppakte in het “Arische deel” van de stad, naar Pawiak gebracht, waar zij,
met een groot kruis op hun rug, direct werden geplaatst in donkere, smerige cellen van
Sectie VII, waar luizen en wantsen welig tierden. Bijna elke dag werden er mensen geëxecuteerd.
Het Directoraat van de civiele strijd proclameerde, samen met de clandestiene eenheid in de
gevangenis, en de eenheden van het het Poolse verzet (Armia Krajowa, AK) de doodvonnissen
tegen
Gestapo medewerkers uit de Pawiak en de
Aleja Szucha.
Hans Burkl, plaatsvervangend commandant van Pawiak, een
sadist en meervoudig moordenaar, werd doodgeschoten op
7 september 1943
door soldaten van het
|
Overblijfsels van het hek |
Agat detachement op de hoek van de
Marszalkowska Straat en de
Litewska Straat. In
1943 en 1944 vonden de terechtstellingen plaats door
soldaten van het AK van leden van de bezetting van de Pawiak en de
Szucha:
SS-Oberscharführer
Herbert Schultz
(
6 mei 1943),
SS-Rottenführer
Ewald Lange (
22 mei 1943),
SS-Rottenführer
Ernst Wefels, de cipier uit “Servië” (
1 oktober 1943),
SS-Obersturmführer Jacob Lechner (
5 oktober 1943),
en
SS-Scharführer Stephan Klein (
25 oktober 1943).
Andere Duitse en Oekraïense SS-leden die dienst deden in Pawiak waren:
SS-Unterscharführer Otto Wulfes,
SS-Rottenführer Albert Müller,
SS-Rottenführer Thomas Wippenbeck
(ook bekend als "de beul"),
SS-Oberscharführer en plaatsvervangend commandant van
1940 - 1941,
Hans Felhaber,
SS-Rottenführer
Arno Schubert,
SS-Oberscharführer
Engelberth Frühwirth,
en de Oekraïense SS-er
Michael Kowalenko.
Na de laatste groepsexecuties op
13 en 18 augustus 1944,
blies de Duitse genie de gevangenis op, op
21 augustus 1944.
Vandaag de dag maken enkele overblijfsels van het gevangeniscomplex deel uit van de gedenkplaats.
Foto: GFH
*
Bron:
Pawiak 1835 - 1944 – The Guidebook Muzeum Niepodleglosci, Warszawa 2002
© ARC (http://www.deathcamps.org) 2006