De Duitse spoorwegen (
Deutsche Reichsbahn Gesellschaft) speelden een essentiële rol
bij de vernietiging van het Europese Jodendom. Overal waar Duitse troepen een land bezetten, namen
zij de spoorlijnen en de bijbehorende infrastructuur in gebruik. In de bezette landen behielden veel
spoorwegarbeiders hun baan en
werkten zij voor de Duitsers.
In het
Generalgouvernement werden de voormalige
Poolse Spoorwegen (PKP) overgenomen
door de
Gedob (Generaldirektion der Ostbahnen / Algemeen Bestuur van de Oostelijke Spoorwegen),
die geleid werd door Duitsers.
Gedob's hoofdkantoor was gevestigd in
Krakau, maar er waren nevenvestigingen in grotere
steden als
Warschau en
Lublin.
|
Deportatietrein |
|
Duitse oorlogslocomotief |
Vernietigingskampen werden gevestigd aan spoorlijnen, omdat de slachtoffers werden aangevoerd
per trein. De Duitse
Reichsbahn kon nagenoeg zelfstandig opereren, zodat de SS moest
betalen voor de transporten. De vervoersprijs bedroeg in
1942
0.04
Reichsmark (RM) per volwassene per km. Kinderen betaalden half geld, zij die nog
geen 4 jaar oud waren, mochten gratis mee.
Na 1939 begonnen de deportaties van Duitse Joden naar
het oosten. De
Reichsbahn introduceerde een speciaal groepstarief, dat neerkwam op
50% korting indien tenminste 400 personen werden vervoerd met één trein. Het
maakte voor de
Reichsbahn geen verschil met welk doel men met de trein reisde. Om geld
uit te sparen probeerde de SS zoveel mogelijk mensen per trein te deporteren. Daarom werden
gewoonlijk 1.000 - 2.000 slachtoffers in de veewagens gestouwd. In
1942
bestonden de treinen doorgaans uit 60 wagons, waarmee rond de 5.000 slachtoffers werden vervoerd
naar de vernietigingskampen. De SS dwong de Joodse gemeenschappen voor de treinreizen te betalen;
uiteraard allemaal enkele reizen...
Van 1939 tot 1945 reden massa’s treinen elkaar continu voorbij:
stoptreinen, goederentreinen, treinen naar het front en treinen naar de vernietigingskampen - de laatsten
maakten gewoon deel uit van het spoorwegverkeer. Duizenden burgers, en ook soldaten, zagen de
lange goederentreinen staan wachten op de stations, met de gezichten van dorstige gedeporteerden
die naar buiten keken door de kleine luchtgaten, gebarricadeerd met prikkeldraad.
|
Veewagen |
|
Op transport |
De graad van overbezetting in de wagons hing af van de plaats van vertrek. Joden uit West-Europa
werden soms vervoerd in passagierstreinen, waaraan een aantal goederenwagons was gekoppeld
voor het vervoer van bagage. Joden uit het oosten mochten alleen een koffer meenemen. Zij werden
gewoonlijk vervoerd in gesloten veewagens; aanvankelijk met ca. 50 mensen in een wagon,
later rond de 100, soms zelfs nog meer.
De deuren bleven gedurende het transport gesloten. De gedeporteerden kregen geen eten en drinken,
waardoor velen op weg naar de kampen al stierven. Op elke trein reisden bewakers mee, die schoten
op elke Jood die trachtte te ontsnappen. Sommige gedeporteerden waren zich van het doel van de reis
bewust en poogden te ontsnappen, hoewel het maar enkele Joden lukte aldus te ontkomen aan een
vrijwel zekere dood.
De treinen waren zeer lang en zwaar. De snelheid waarmee ze reden was daarom laag en andere treinen
hadden voorrang. Bovendien moest men geregeld omrijden, waardoor de treinen er rond de 50 uur
over deden om van Duitsland tot in Oost-Polen te komen. Vooral gedurende de hete zomermaanden
reisde de dood als het ware voortdurend mee.
Van 1942 tot eind 1944 werden in hoofdzaak Joden en zigeuners
per trein vervoerd naar de vernietigingskampen in Polen. De
Gedob vervoerde de op de slachtoffers
buitgemaakte goederen dan weer terug naar Duitsland. Zelfs
het haar, afgeknipt van de vergaste
vrouwen, werd verpakt in balen naar Duitsland gestuurd, om te worden verwerkt in isolatiemateriaal en
in sokken voor personeel van onderzeeërs.
De uitroeiïng van de Europese Joden had niet kunnen worden uitgevoerd zonder de
medewerking en de steun van het Duitse
spoorwegpersoneel, op ieder niveau.
De foto werd genomen bij het
station van Malkinia in
juli 2002. Hij toont een oude veewagen uit de jaren
1940. Het monument is opgericht ter nagedachtenis van de
deportaties naar
Treblinka, die langs
Malkinia reden.
Ontleend aan: Hilberg, Raul.
Sonderzüge nach Auschwitz. Frankfurt/M., Berlijn: Ullstein Verlag, 1987.
|
|
Gedob stempel |
Vroeger Gedob hoofdkantoor in 2002 |
© ARC 2006