ARC Main Page Aktion Reinhard

Deutsche Reichsbahn

Laatste update 26 augustus 2006





De Duitse spoorwegen (Deutsche Reichsbahn Gesellschaft) speelden een essentiële rol bij de vernietiging van het Europese Jodendom. Overal waar Duitse troepen een land bezetten, namen zij de spoorlijnen en de bijbehorende infrastructuur in gebruik. In de bezette landen behielden veel spoorwegarbeiders hun baan en werkten zij voor de Duitsers.

In het Generalgouvernement werden de voormalige Poolse Spoorwegen (PKP) overgenomen door de Gedob (Generaldirektion der Ostbahnen / Algemeen Bestuur van de Oostelijke Spoorwegen), die geleid werd door Duitsers. Gedob's hoofdkantoor was gevestigd in Krakau, maar er waren nevenvestigingen in grotere steden als Warschau en Lublin.

Deportation Train near Lublin
Deportatietrein
German War Locomotive BR 52
Duitse oorlogslocomotief
Vernietigingskampen werden gevestigd aan spoorlijnen, omdat de slachtoffers werden aangevoerd per trein. De Duitse Reichsbahn kon nagenoeg zelfstandig opereren, zodat de SS moest betalen voor de transporten. De vervoersprijs bedroeg in 1942 0.04 Reichsmark (RM) per volwassene per km. Kinderen betaalden half geld, zij die nog geen 4 jaar oud waren, mochten gratis mee.
Na 1939 begonnen de deportaties van Duitse Joden naar het oosten. De Reichsbahn introduceerde een speciaal groepstarief, dat neerkwam op 50% korting indien tenminste 400 personen werden vervoerd met één trein. Het maakte voor de Reichsbahn geen verschil met welk doel men met de trein reisde. Om geld uit te sparen probeerde de SS zoveel mogelijk mensen per trein te deporteren. Daarom werden gewoonlijk 1.000 - 2.000 slachtoffers in de veewagens gestouwd. In 1942 bestonden de treinen doorgaans uit 60 wagons, waarmee rond de 5.000 slachtoffers werden vervoerd naar de vernietigingskampen. De SS dwong de Joodse gemeenschappen voor de treinreizen te betalen; uiteraard allemaal enkele reizen...

Van 1939 tot 1945 reden massa’s treinen elkaar continu voorbij: stoptreinen, goederentreinen, treinen naar het front en treinen naar de vernietigingskampen - de laatsten maakten gewoon deel uit van het spoorwegverkeer. Duizenden burgers, en ook soldaten, zagen de lange goederentreinen staan wachten op de stations, met de gezichten van dorstige gedeporteerden die naar buiten keken door de kleine luchtgaten, gebarricadeerd met prikkeldraad.

Cattle Car
Veewagen
Jews on Transport
Op transport
De graad van overbezetting in de wagons hing af van de plaats van vertrek. Joden uit West-Europa werden soms vervoerd in passagierstreinen, waaraan een aantal goederenwagons was gekoppeld voor het vervoer van bagage. Joden uit het oosten mochten alleen een koffer meenemen. Zij werden gewoonlijk vervoerd in gesloten veewagens; aanvankelijk met ca. 50 mensen in een wagon, later rond de 100, soms zelfs nog meer.

De deuren bleven gedurende het transport gesloten. De gedeporteerden kregen geen eten en drinken, waardoor velen op weg naar de kampen al stierven. Op elke trein reisden bewakers mee, die schoten op elke Jood die trachtte te ontsnappen. Sommige gedeporteerden waren zich van het doel van de reis bewust en poogden te ontsnappen, hoewel het maar enkele Joden lukte aldus te ontkomen aan een vrijwel zekere dood.
De treinen waren zeer lang en zwaar. De snelheid waarmee ze reden was daarom laag en andere treinen hadden voorrang. Bovendien moest men geregeld omrijden, waardoor de treinen er rond de 50 uur over deden om van Duitsland tot in Oost-Polen te komen. Vooral gedurende de hete zomermaanden reisde de dood als het ware voortdurend mee.

Van 1942 tot eind 1944 werden in hoofdzaak Joden en zigeuners per trein vervoerd naar de vernietigingskampen in Polen. De Gedob vervoerde de op de slachtoffers buitgemaakte goederen dan weer terug naar Duitsland. Zelfs het haar, afgeknipt van de vergaste vrouwen, werd verpakt in balen naar Duitsland gestuurd, om te worden verwerkt in isolatiemateriaal en in sokken voor personeel van onderzeeërs.

De uitroeiïng van de Europese Joden had niet kunnen worden uitgevoerd zonder de medewerking en de steun van het Duitse spoorwegpersoneel, op ieder niveau.

De foto werd genomen bij het station van Malkinia in juli 2002. Hij toont een oude veewagen uit de jaren 1940. Het monument is opgericht ter nagedachtenis van de deportaties naar Treblinka, die langs Malkinia reden.

Ontleend aan: Hilberg, Raul. Sonderzüge nach Auschwitz. Frankfurt/M., Berlijn: Ullstein Verlag, 1987.
Gedob Seal Gedob HQ Building 2002
Gedob stempel Vroeger Gedob
hoofdkantoor in 2002


© ARC 2006