|
Heydrich |
"Einsatz Reinhard" was de codenaam voor de uitroeiing van de Poolse Joden in het voormalige
General-Gouvernement en het gebied rond
Bialystok, die beter bekend is als de
Aktion Reinhard.
De
naam
was bedoeld als eerbetoon aan
SS-Obergruppenführer
Reinhard Heydrich, de coördinator van de
"
Endlösing der Judenfrage" (definitieve
oplossing van het Jodenvraagstuk), - de uitroeiing van de Joden in de tijdens WO II door de Duitse legers bezette
gebieden. Leden van het Tsjechische verzet hadden
Heydrich op
27 mei 1942 vermoord.
|
Commandostructuur |
Aan het hoofd van Aktion Reinhard stond
SS-Brigadeführer
Odilo Globocnik, de chef van de SS en de politie in
het district
Lublin. Hij was aangesteld door
Heinrich Himmler.
SS-Sturmbannführer
Hermann Höfle, chef van de "Hauptabteilung Reinhard",
was verantwoordelijk voor het personeel en de organisatie van de deportaties, de vernietigingskampen en het te gelde
maken van de waardevolle goederen van de slachtoffers.
Polizei-Kriminalkommissar
Christian Wirth en zijn team van het
euthanasieprogramma "Aktion T4",
- bedreven in het doden van onschuldige geesteszieken en terminale patiënten, - werden niet naar het
front gestuurd maar naar
Lublin. Zij vormden de harde kern van de leiding van
de vernietigingskampen in het oosten van Polen
(
Overzicht van alle Duitsers en Oostenrijkers werkzaam in de kampen).
Als kampbewakers werden geworven krijgsgevangenen uit de Sovjet-Unie, voornamelijk Oekraïense
vrijwilligers en "Volksdeutsche" die waren getraind in
het Kamp
Trawniki in de omgeving van
Lublin. Deze T4 mannen, - politiemannen, arbeiders, verplegers, die geen
militaire opleiding hadden genoten, - werden in dat kamp voorbereid op het werk dat hun te wachten stond. Velen van
hen kregen later een
bevordering voor hun wreedheden in de kampen.
Het
hoofdkwartier van Aktion Reinhard stond in
Lublin, het bouwbedrijf in
Zamosc. Kleding
en andere eigendommen van de slachtoffers werden gesorteerd en opgeslagen in
Lublin,
in de
Chopinstraat en in niet meer gebruikte hangars op het
vliegveld van de stad.
Op
1 november 1941
(
Timeline,
Chronologisch overzicht en
Schaalvergelijking)
begon men met de bouw van drie vernietigingskampen, voor de inwoners van de in de nabijheid gelegen
getto’s en andere slachtoffers uit de omgeving: eerst
Belzec, daarna
Sobibor en tenslotte
Treblinka.
Ze waren gelegen in het verre oosten van Polen, in de buurt van de grens met Wit-Rusland en de Oekraïne.
De kampen moesten in de buurt liggen van belangrijke spoorlijnen, omdat de slachtoffers per
trein zouden
worden aangevoerd, en in dunbevolkte gebieden om de operaties geheim te houden. De slachtoffers werd
voorgespiegeld dat zij om te werken naar het oosten werden getransporteerd
(
Overzicht van de deportaties).
Het proces van vernietiging in
Belzec,
Sobibor en
Treblinka verliep volgens de beproefde methode uit de
zes centra in Duitsland en Oostenrijk waar euthanasie werd toegepast:
Voorwendsel ("U gaat onder de douche in het badhuis!").
Afgifte van waardevolle spullen (verrijking van de Duitse Reichsbank).
Ontkleden (inbeslagname van kleding en verborgen sieraden).
Stouwen van de slachtoffers in de gaskamer (zo dicht mogelijk op elkaar
om zo weinig mogelijk lucht over te laten).
Gebruik van koolmonoxide gas (CO), (binnengevoerd via gasleidingen).
Crematie van de lijken (uitwissen van ieder spoor).
De opzet van alle kampen was nagenoeg gelijk:
Vanaf het aankomstplatform, met de barak waar zij zich hadden uitgekleed, gingen de Joden over een smal
en aan het oog onttrokken pad ("de sluis"), naar het gedeelte dat voor de vernietiging was ingericht, met de
gaskamers, de massagraven en de verbrandingsovens. De SS en de Trawniki’s woonden in een apart gedeelte.
Hetzelfde gold voor de
Joodse opzichters. Prikkeldraadafzettingen, deels gecamoufleerd met
dennentakken, stonden rond het kamp en de onderscheiden gedeelten. De afzetting stond niet onder stroom, zoals in
Auschwitz. Het geheel werd gecompleteerd door
houten wachttorens.
13/15. OLQ de OMQ
1005 83 234 250
Geheime rijksaangelegenheid! Aan de bevelhebber van de Veiligheidspolitie, in handen SS-Obersturmbannführer
HEIM, KRAKAU.
Betreft: Tweewekelijkse melding Einsatz REINHART. Betreft: aldaar.
Voortgangsoverzicht tot 31-12-42, L 12761, B 0, S 515, T 10335, samen 23611. Stand … 31-12-42, L 24733, B 434508,
S 101370, T 71335, samen 1274166.
SS en politiechef LUBLIN, HOEFLE, Sturmbannführer.
Officiële Duitse opgaaf uit januari 1943, van het aantal doden in de kampen van de Aktion Reinhard,
Lublin Majdanek (L), Belzec (B), Sobibor (S) en Treblinka (T).
Bron: Public Records Office Kew, Engeland.
Het aantal dodelijke slachtoffers in Treblinka is een typefout. Er moet staat
713555, want 1274166 – (24733 + 434508 + 101370) = 713555.
Als gevolg van de Aktion Reinhard verloren ongeveer 2 miljoen Joden het leven in
Belzec, Sobibor, Treblinka en Majdanek. Joodse bezittingen met een
gezamenlijke waarde van 178.045.960 Duitse
Reichsmark (waarde vandaag de dag ruim een half miljard euro / 760,000,000 US$) werden
geroofd en vielen in handen van de Duitse machthebbers,
maar ook van individuele personen (SS-ers, politiemannen, kampbewakers, niet-joodse inwoners van steden en dorpen waar
zich getto’s of kampen in de omgeving bevonden).
Aktion Reinhard duurde tot
november 1943. Nadat zij hun bloedige werk in Polen hadden
beëindigd, werden de meeste mannen naar Noord-Italië gestuurd, om deel te nemen aan acties
tegen partizanen en de overgebleven Italiaanse Joden. Velen van hen doken weer op in het
concentratiekamp
San Sabba bij
Triest. De groep viel uiteen na de overgave van de Duitse Wehrmacht in Italië.
The Police State
Wat wisten de geallieerden, en wat deden zij daarmee
Aktion Reinhard and Historical Perspective
Aktion Reinhard PRO Decodes
Aktion Reinhard Economics
Medewerkers op de bureau van Globocnik in Lublin
The Nazi Police School in Rabka
Boeken over Aktion Reinhard
© ARC 2005