Tussen 17 maart en 8 december 1942 werden meer dan 200.000
Joden uit het district Galicië gedeporteerd naar het vernietigingskamp in
Belzec. Ze werden vervoerd in
71 transporten. De meeste Joden werden
gedeporteerd in
augustus (80.000) en
september (55.000).
Bij de liquidatie van de getto’s in Galicië werden duizenden Joden ter plaatse doodgeschoten.
De meeste mensen die in de getto’s werden vermoord waren oude en zieke mensen en baby’s, –
al wie niet mee kon met het transport.
De eerste golf deportaties uit Galicië werd georganiseerd in
maart /
april 1942. De meeste slachtoffers kwamen uit het
getto van L'viv. Deze eerste deportaties
werden in officiële publicaties aangeduid als "acties tegen personen die niet in staat zijn arbeid te
verrichten". De Joden in de getto’s kregen te horen dat het alleen ging om een verplaatsing naar werkkampen.
De gedeporteerden kregen toestemming om 25 kg bagage en 200 zloties mee te nemen. In veel kleine getto’s,
bijv. in
Grodek Jagiellonski, Stanislawow of
Rohatyn, werden degenen die overbleven na de selectie
van werkkrachten, ter plaatse doodgeschoten. In
Stanislawow
werden Joden vermoord samen met patiënten van de psychiatrische inrichting. Op dat moment
was bij velen al bekend wat voor vreselijke dingen er gebeurden in het kamp in
Belzec.
De volgende golf deportaties in Galicië vond plaats in de
zomer en het
najaar van 1942. In veel gevallen betrof het de volledige liquidatie van de kleinere getto’s in deze regio.
De deportatietreinen naar
Belzec stopten in
L’viv. Daar werden voornamelijk jonge mannen geselecteerd
om te werken in het dwangarbeiderskamp
Janowska. Alle anderen gingen terug de
trein in naar
Belzec. Historici schatten dat circa 25% van de
getransporteerde mensen al gestorven waren als de treinen arriveerden in
Belzec. Alle "acties" in de getto’s waren zeer wreed en bloedig.
Honderden mensen werden vermoord onderweg naar de treinen of naar de verzamelplaatsen. Een indrukwekkend
voorbeeld van zo’n "verplaatsing" levert de "actie" in het getto van
Tarnopol, die plaatsvond op
31 augustus 1942:
"
Vroeg in de morgen werd het getto omsingeld door groepen van de
Ordnungsdienst, Schupo, politieagenten en Oekraïense politie. Tegelijk begonnen andere groepen
van deze eenheden samen met de staf van de "Außendienststelle
Tarnopol" de oververmoeide Joden uit hun huizen te sleuren
en op te drijven in de richting van de verzamelpunten. Daar moesten de slachtoffers vele uren blijven zitten in
de hitte van de zomer. De bewakers sloegen de Joden en schoten op ze bij de minste beweging. De mensen
moesten heel dicht op elkaar zitten, zodat volgende ladingen slachtoffers er nog bij konden. Vooral de kinderen
leden erge dorst. Rond het middaguur moesten de mensen naar het station, te voet of op vrachtwagens.
De actie duurde tot in de avond. Op de verzamelplaats lagen veel doden, de meesten door geweervuur van de
bewakers. Ten slotte werden honderd of meer mensen elk van de veewagens ingeperst. De lichamen van do
de of bewusteloze mensen werden erbij gestopt en toen sloot men de deuren. De toestand in de wagons was
ongelofelijk: geen eten en drinken, geen frisse lucht, geen bewegingsruimte. Na een reis van een dag bereikten
ze het vernietigingskamp in Belzec, waar ze werden vermoord
in de gaskamers. Alleen zij die erin slaagden uit de trein te springen en daarbij niet verongelukten, of degenen
die in L’viv werden geselecteerd voor het werkkamp
Janowska, hadden een kans op overleving. Meer dan 1.500
Joden uit Tarnopol verloren het leven bij deze 'actie'."
De laatste transporten uit het district Galicië vertrokken op
8 december 1942.
De resterende Joden in de talrijke Galicische getto’s en werkkampen overleefden slechts tot de
zomer 1943. De meesten werden tijdens de laatste liquidatie van de getto’s
en kampen doodgeschoten, sommige groepen werden gedeporteerd naar het vernietigingskamp
Sobibor.
Bronnen:
A. Kruglov:
Deportacja ludnosci zydowskiej z dystryktu Galicja do obozu zaglady w Belzcu
(Deportatie van de Joodse bevolking uit het district Galicië naar het vernietigingskamp in Belzec in 1942).
In: Bulletin van het Joods Historisch Instituut in Warschau, nr. 3(151), 1989.
J. Kielbon:
Migracje ludnosci w dystrykcie lubelskim w latach 1939-1944
(Migraties van de bevolking in het district Lublin in 1939-1944), Lublin 1995.
G. Taffet:
Zaglada Zydow zolkiewskich (Vernietiging van de Joden uit Zolkiew), Lodz 1946.
T. Sandkühler:
"Endlösung" in Galizien. Der Judenmord in Ostpolen und die
Rettungsinitiativen von Berthold Beitz 1941-1944, Bonn 1996.
© ARC 2006