ARC Main Page Ghettos De Opstand in het Getto van Warschau

KZ Warschau

Laatste Update 17 juni 2006






KZ Warschau en Gesiowka Gevangenis
Het concentratiekamp (officiële Duitse afkorting: KL van Konzentrationslager) in Warschau werd opgericht op initiatief van SS-Brigadeführer Jürgen Stroop, de "SS- en Politiechef van het district Warschau", verantwoordelijk voor de liquidatie van het getto van Warschau.
In zijn rapport van 16 mei 1943 schreef hij dat de gevangenen van dit kamp konden worden ingezet om de ruïnes en gebouwen op te ruinen op het gebied van het getto, om daarmee de stenen, ijzer en ander materiaal dat de industrie nodig had, te kunnen hergebruiken. Heinrich Himmler accepteerde dit voorstel, en op 19 juli 1943 kon Oswald Pohl, die verantwoordelijk was voor de concentratiekampen in het "Derde Rijk", aan Himmler rapporteren dat "KL Warschau" alreeds was ingericht. De kampcommandant was SS-Obersturmbannführer Wilhelm Goecke.

Het gebied waarop het kamp gevestigd was bestond uit de voormalige militaire gevangenis aan de Gesia Straat en de Zamenhofa Straat, en de hele Zamenhofa-, Okopowa- en Smocza Straten. Omdat het gevangenisgebouw te klein was voor alle gevangenen, werden barakken bijgebouws in de herfst van 1943. In juni 1944, toen de bouw van het kamp was voltooid, was de capaciteit 5.000 gevangenen. De eerste gevangenen van het KZ Warschau werden gedeporteerd uit het Reich – dit was een groep van 300 Duitsers die werden aangesteld als kampfunctionarissen (Kapos). Voor de rest waren alle gevangenen in het kamp Joden, overgebracht uit Auschwitz-Birkenau. Tussen augustus en november 1943 werden 3.686 Joden naar het KZ Warschau gesturd, in vier transporten. Slechts 50 van hen waren Poolse Joden – de anderen kwamen uit Tsjechoslowakije, Griekenland, Nederland, Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk. In het voorjaar van 1944 kwamen nog meer transporten in het KZ Warschau aan uit Auschwitz-Birkenau, waaronder een groep van circa 3.000 Joden uit Hongarije.

Freed by AK Fighters
Bevrijd door strijders van het AK *
In april 1944 werd KZ Warschau een buitenkamp van concentratiekamp Majdanek ("KL Lublin"), en vanaf dat moment viel het hele bewakingspersoneel (259 SS-ers) onder het bevel van de commandant van KZ Majdanek.
De leefomstandigheden in het kamp waren vergelijkbaar met die in Majdanek, maar het eten was in het algemeen slechter. Volgens getuigenissen van overlevenden was het grootste probleem in het kamp de honger. Zowel de honger als de omstandigheden in de barakken en het zeer zware werk, waren de oorzaken van de hoge sterftecijfers in het kamp. Maar door het ontbreken van documentatie is het niet mogelijk een schatting te geven van het aantal slachtoffers van dit kamp.

De meeste gevangenen werden ingezet bij het opruimen van gebouwen en ruïnes op het terrein van het vroegere getto. Er werkte ook een groep Polen in het kamp, maar dat waren vrije arbeiders, in dienst van Duitse bedrijven. In april 1944 waren er 2.180 Joodse gevangenen en 2.439 Poolse arbeiders in het kamp. Uit de overblijfsels van het getto werden in totaal 34 miljoen bakstenen, 7.300 kg ijzer en 805 kg gekleurd metaal teruggewonnen. Naast dit terugwinnen van bouwmaterialen was een speciaal commando gevangenen belast met het doorzoeken van de ru:ines op goud. Dikwijls vonden de gevangenen tussen de ruïnes bunkers die nog volledig intact waren, waarin zich nog Joden uit het getto van Warschau schuil hielden. Als bij dergelijke “ontdekkingen” SS-ers aanwezig waren, werden de onderduikers zonder uitstel geëxecuteerd. Goud en geld dat werd gevonden in het vroegere getto, werd verstuurd naar Majdanek en van daaruit naar Berlijn.

The Crematorium
Het Crematorium
Er was ook een "doodsbrigade" georganiseerd in het kamp. Deze groep van 20 gevangenen moest de lichamen verbranden van degenen die stierven in het kamp, en van gevangenen uit de Pawiak Gestapo Gevangenis die waren geëxecuteerd tussen de ruïnes van het getto. De brandstapel voor deze lijken bevond zich op de binnenplaats van het huis Gesia Straat nr.45.
In het voorjaar van 1944 gaf de SS bevel tot de bouw van een crematorium op Zamenhofa Straat nr.19. Dit gebouw kwam weliswaar gereed, maar werd nooit in gebruik genomen omdat op 27 juli 1944 met de evacuatie van het kamp werd begonnen. Op die dag kondigde de commandant de evacuatie aan en nodigde degenen uit die niet in staat waren te lopen, dit aan hem kenbaar te maken. Ongeveer 180 gevangenen besloten niet te gaan. Samen met 250 gevangenen uit het kamphospitaal werden zij doodgeschoten.

Op 28 juli verlieten circa 4.000 gevangenen het kamp, en na een voettocht van vier dagen bereikten zij Lowicz. Daar begon een treinreis van vijf dagen die eindigde in het KZ Dachau.

Freed by AK Battalion
Bevrijd door AK Battaljon "Zoska"
Niet alle gevangenen werden uit KZ Warschau geëvacueerd. Een groep van enkele honderden gevangenen kreeg tot taak het kamp te liquideren. Een kleinere groep Poolse Joden (onder wie ok vrouwen) uit de Pawiak gevangenis werd aan deze groep toegevoegd. Bij het begin van de opstand in Warschau op 1 augustus 1944, bestond de hele groep uit circa 400 gevangenen. Op 5 augustus 1944 werd het kamp bevrijd door een eenheid van Poolse AK opstandelingen, na een gevecht met de SS. 348 mensen (onder wie 24 vrouwen) werden bevrijd, en de meesten van hen sloten zich bij de Poolse opstandelingen aan. De bevrijde gevangenen informeerden de Joodse organisaties en de Poolse regering in ballingschap in Londen via de radio over hun bevrijding. Enkelen van hen overleefden de Opstand van Warschau en beleefden het einde van de oorlog.

Het karakter van het KZ Warschau was dat van een dwangarbeiders- en concentratiekamp. Er waren geen gaskamers, en de meeste gevangenen die in het kamp omkwamen, stierven als gevolg van de primitieve werk- en leefomstandigheden.

Bronnen:
Archiefdocumenten uit het Staats Museum Majdanek.
T. Berenstein, A. Rutkowski: Obóz koncentracyjny dla Żydów w Warszawie (1943-1944). (The Concentration Camp for the Jews in Warsaw 1943-1944). In: "Biuletyn Zydowskiego Instytutu Historycznego", No. 62 (1967)
Cz. Rajca: Podobozy Majdanka (The Sub-camps of Majdanek). In: Majdanek 1941-1944. Red. T. Mencel. Lublin 1991.

Foto's:
Powstanie Warszawskie 1944, Okiem Polskiej Kamery, by W. Jewsiewicki, and GFH *

© ARC 2006