ARC Main Page Hoofdkwartier Lublin

Sportplatz Kamp

Laatste Update 6 juli 2006





Wieniawa was een buitenwijk van Lublin. Bij het uitbreken van WO 2 waren de meeste bewoners van Wieniawa Joden (rond 75% van de bevolking). Het was een oude Joodse gemeenschap, gevestigd in de 17e eeuw, met haar eigen synagoge en begraafplaats. Tijdens WO 1 werd de hele voorstad geannexeerd door de stad Lublin. Wieniawa, hoewel gelegen vlak bij het mondaine centrum van de stad, was zeer arm. De meeste huizen waren van hout. Het grootste gebouw was de synagoge, gebouwd in de 18e eeuw, midden in het centrum van de voorstad.

Toen Lublin werd ingenomen door het Duitse leger, werd Wieniawa, dat grensde aan de wijk waar het Duitse bestuur zich had gevestigd, in die wijk opgenomen. Er was daarom geen plaats meer voor de Joden. In maart 1940 werd de hele Joodse bevolking van Wieniawa verplaatst naar het getto van Lublin. Daarna werden groepen Joden uit Lublin naar Wieniawa gestuurd om de Joodse behuizingen te slopen. Volgens de plannen, ontworpen door Odilo Globocnik, zouden in de voormalige buitenwijk recreatievoorzieningen worden gebouwd ten behoeve van de SS en de Duitse bevolking van Lublin in het algemeen.

Former Swimming Pool
Voormalig zwembad
Een begin met de bouw werd gemaakt in 1940 - 1941. De Joodse begraafplaats werd volledig verwoest en de grafstenen werden gebruikt als bouwmateriaal in de Duitse wijk (sommige van deze grafstenen werden in 1994 teruggevonden tijdens renovatiewerkzaamheden op de binnenplaatsen van de vroegere Duitse huizen; zij kregen een plaats op de Nieuwe Joodse Begraafplaats in Lublin).
In 1941 startte de SS met de bouw van een sportpark en een zwembad op een deel van de Joodse begraafplaats van Wieniawa. De dwangarbeiders die het werk moesten uitvoeren waren Joden uit het getto van Lublin en, volgens sommige getuiteverklaringen, een groep Franse krijgsgevangenen, die waren ondergebracht in één barak aan de Leszczynskiego Straat. Vanaf het begin werd de plaats van het werkkamp aangeduid als de SS-Sportplatz, door zowel de Duitsers als de gevangenen.

Voorjaar 1942, bij het begin van de Aktion Reinhard, werd een regulier werkkamp gevestigd aan de Ogrodkowa Straat, vlakbij de Sportplatz. Het is niet duidelijk of vanaf het begin alleen Joden in dit kamp gevangen zaten die afkomnstig waren uit het concentratiekamp Majdanek, of dat er onder hen ook Joden waren, afkomstig van selecties uit het getto van Lublin, ten tijde van de deportaties naar het vernietigingskamp Belzec.

Het hoofdgebouw van het kamp was een voormalige cosmeticafabriek, geconfisqueerd Joods bezit. De fabriek was eigendom geweest van Roman Keindel, vóór de oorlog eigenaar van de beroemde cosmetica-onderneming Erika uit Lublin. Tijdens de oorlog werkte Keindel, hoewel afgezet als eigenaar, nog steeds in de fabriek als de belangrijkste specialist. Sinds de start van het kamp bekleedde hij de functie van Lagerkapo op het Sportplatz kamp.

The big Stadium
Het grote stadion
De fabriek was het grootste van de opstallen, en vanaf voorjaar 1942 was hij afgezet met prikkeldraad. De gevangenen sliepen en werkten in hetzelfde gebouw, waarin ook de SS bewakers waren ondergebracht. Later, eind 1942, werden twee of drie barakken gebouwd naast het fabrieksgebouw. In de eerste fase van het werkkamp werden sommige Joodse gevangenen iedere dag naar toe gebracht vanuit het concentratiekamp Majdanek. Pas na de bouw van de barakken verbleef er een groep gevangenen permanent. Het Sportplatz werd een “sub-kamp” van Majdanek, genaamd SS-Polizeiführerkommando Sportplatz.
In 1942 zaten er ongeveer 600 gevangenen in totaal. Omdat we niet beschikken over verklaringen van overlevenden, is het moeilijk te zeggen of sommige gevangenen ook in de fabriek werkten, of dat zij alleen werden ingezet bij de bouw van het stadion. Evenmin bestaan er ooggetuigen van de leefomstandigheden in het kamp, maar volgens sommige bronnen hadden de gevangenen in het Sportplatz (onder wie Joden uit Lublin) meer mogelijkheden om om contact te komen met Polen, van wie ze voedsel kochten. Groepen Joodse krijgsgevangenen uit het Lipowa Straat kamp werden eveneens dagelijks naar het Sportplatz gebracht en sommige gevangenen beschikten over mogelijkheden om informatie en voedsel met hen uit te wisselen. De bouwwerkzaamheden aan het SS-stadion stonden strikt genomen los van Aktion Reinhard, maar het feit dat er Joodse gevangenen uit Majdanek werden gebruikt, betekende dat de bouwactiviteiten in de praktijk deel gingen uitmaken van de Aktion Reinhard.

Het andere deel van het Sportplatz kamp – het gebouw van de cosmeticafabriek - had een meer directe band met Aktion Reinhard. Sinds begin 1942 was de normale productie van cosmetica gestaakt. In plaats daarvan werd het gebouw gebruikt als speciale opslagplaats voor cosmetica, medicamenten en medische instrumenten. Deze waren in beslag genomen ofwel van gedeporteerde Joden, tijdens de liquidatie van de getto’s in het Generalgouvernement, of direct uit de bagage van de slachtoffers van de kampen Belzec, Sobibor, Treblinka, en Majdanek. Kunstledematen werden hier eveneens verzameld, gerepareerd en verkocht. Volgens de enige overlevende van het Sportplatz kamp, Dora Minc (Julia Celinska), was het een heel grote "fabriek" waarin al dergelijke zaken werden gescheiden en hergebruikt. Een deel ging naar Duitse legerhospitalen in Lublin; de rest werd verstuurd naar het Reich.

De commandant van het kamp was SS-Standortarzt Sturmbannführer Dr Kurt Sickel, die door Dora Minc werd beschouwd als een goedaardig mens. De hoofdrol in het kamp werd gespeeld door mevrouw Radischat, met wie Globocnik een verhouding had en die ook de minnares was van Dr Sickel. Zij had de supervisie over de gevangenen in de fabriek en nam ook deel in de niet-officiële plundering van Joods bezit in Lublin. Zij was zeer wreed tegenover de gevangenen.

Het Sportplatz kamp bleef bestaan tot 3 november 1943, d.w.z. tot de massa-executie van het Erntefest. In mei 1943 was het aantal Joodse gevangenen uit Majdanek dat hier werkte teruggebracht tot 149. Wegens gebrek aan documentatie is niet bekend of dit het totale aantal gevangenen was in het kamp, of alleen de groep die het SS-stadion bouwde. Waarschijnlijk komen de gevangenen die in de cosmeticafabriek werkten, niet voor in de administratie van het concentratiekamp Majdanek, en werden zij apart geregistreerd als dwangarbeiders van Aktion Reinhard.

The Sportplatz today
Het sportpark vandaag
Volgens Dora Minc was er een soort verzetsgroep onder de gevangenen in de fabriek. Zij bereidden een massale ontsnapping voor uit het kamp op het moment dat het zou worden opgeheven. De leider van deze groep was Roman Keindel, die relaties had met het Poolse verzet. Dankzij zijn contacten met de Polen was hij in staat schuilplaatsen te organiseren in Lublin voor de groep die zou ontsnappen. De liquidatie van het kamp werd echter door de Duitsers in het geheim gepland, en niemand van de groep had zich voorbereid op een ontsnapping toen het moment daar was. Vroeg in de ochtend arriveerden vrachtwagens op het Sportplatz en alle gevangenen werden ingeladen. Alleen Dora Minc, die buiten het kamp aan het werk was in het huis van mevrouw Radischat, ontsnapte op het laatste moment. Zij zag nog hoe Keindel zelfmoord pleegde door vergif in te nemen.

Na de Aktion Erntefest werd het kamp gesloten. Het fabrieksgebouw bleef staan tot de late jaren 1970, toen het werd gesloopt om plaats te maken voor nieuwe flatgebouwen. Het oude SS-sportpark bestaat vandaag nog steeds en is in gebruik bij de sportclub "Lublinianka". Het stadion ligt voor een deel op de vroegere Joodse begraafplaats. Er is geen gedenkteken opgericht ter herinnering aan het kamp of de vernielde begraafplaats, die eens op deze plaats hebben gelegen.

Bronnen:
Archief van het Staatsmuseum Majdanek, The Jewish Memoirs
Archief van de Regionale Commissie voor Onderzoek naar Nazi Misdaden in Lublin Onderzoek naar het Kamp aan de Leszczynskiego straat
Majdanek 1941-1944, Red. By T. Mencel, Lublin 1991
T. Radzik: Lubelska dzielnica zamknieta, Lublin 1999


© ARC 2005