|
Plattegrond van het kamp |
|
Luchtfoto (1 MB) |
Het dorp Trawniki ligt ongeveer km ten oosten van
Lublin.
In de
herfst van 1941 vestigden de nazi’s er een werkkamp in een
voormalige suikerfabriek, en een trainingskamp voor SS recruten uit Rusland en de Baltische staten.
Joods Werkkamp
In het kamp verbleven Sovjet krijgsgevangenen en Poolse Joden. Het behoorde tot een netwerk van
kampen dat onder bevel stond van
SS-Brigadeführer
Odilo Globocnik, de
SSPF (SS- und Polizeiführer) in het district
Lublin.
In het
voorjaar van 1942 werden Joden uit Duitsland, Oostenrijk en
Tsjechoslowakije naar Trawniki gedeporteerd. Velen van hen stierven van honger en ziekten, zij
die in leven bleven werden doorgestuurd naar
Belzec of doodgeschoten in het
nabijgelegen bos.
In de
winter van 1942 werd een borstelfabriek uit het
getto van Miedzyrzec Podlaski
samen met zijn arbeiders overgebracht naar Trawniki. In
februari 1943
gebeurde hetzelfde met de
Fritz Schultz fabriek in
Warschau,
met 10.000 arbeiders. De verhuisde fabriek bestond uit werkplaatsen voor kleermakers, bontwerkers
en borstelmakers.
In
mei 1943 werden Joden uit Nederland,
Bialystok, Minsk en
Smolensk overgebracht naar Trawniki.
In
juli 1943 eiste de
Osti (Ostindustrie GmbH),
opgezet door de SS, dat het Trawniki kamp zou worden uitgebreid wegens zijn belang voor de Duitse
oorlogsinspanning, bestaande uit de productie van uniformen etc..
In
augustus 1943 werd het trainingskamp overgenomen door de
WVHA, waarna het ressorteerde
onder de commandant van het
KZ Lublin
(
Majdanek).
SS-Sturmbannführer
Georg Wippern werd de
economische en administratieve chef.
De Joodse gevangenen werden ook ingezet bij grondwerken en turfwinning buiten het kamp. Na de
opstand in
Sobibor op
14 oktober 1943 begonnen de nazi’s zich zorgen te maken over de
mogelijkheid van meer opstanden in de Jodenkampen.
Heinrich Himmler besloot alle Joodse
kampen in het district
Lublin te liquideren.
Deze vernietiging werd
Aktion Erntefest genoemd
("Operatie Oogstfeest"). Op
3 november was Trawniki aan de beurt op te
worden geëlimineerd: 10.000 Joden werden meegenomen naar buiten het kamp, naar
grafkuilen die tevoren waren aangelegd, en doodgeschoten shot.
|
Joden voor de suikerfabriek * |
* Deze foto’s tonen Joden uit het kamp Trawniki op het eerste transport naar
Belzec. Zij werden gedeporteerd samen met Joden uit
Piaski en Biscupice.
In de loop van het transport werden honderden Joden opgesloten in een schuur naast de fabriek.
Sommige getuigen uit Trawniki zijn ervan overtuigd dat in die schuur een vergassingsexperiment
heeft plaatsgevonden; zij kregen die te horen van Oekraïeners uit Trawniki. Anderen denken
dat de Joden in de schuur zijn gestikt wegens gebrek aan zuurstof. Hoe dan ook, de lichamen
werden de volgende ochtend in de veewagens geladen, samen met mensen die nog leefden.
In het
voorjaar van 1944 werden de nog overgebleven gevangenen
overgebracht naar het werkkamp
Starachowice in
het district
Radom.
Zo’n 20.000 Joodse gevangenen hebben vastgezeten in Trawniki zolang het kamp bestaan heeft.
SS Trainingskamp
|
De suikerfabriek |
|
Identiteitskaart |
Na hun inval in de Sovjet Unie in
juni 1941, trachtten de
nazi’s krijgsgevangen Oekraïeners die gediend hadden in het Rode Leger, over te halen
om met hen gemene zaak te maken. Tienduizenden Oekraïeners namen vrijwillig dienst in
Duitse bewakingsdiensten, evenals Litouwers, Letten, Esten en anderen.
Deze gevangenen uit het voormalige Oekraïense Sovjet-leger, afkomstig uit de westelijke
Oekraïne (die vrijwillig in dienst traden van
Aktion Reinhard) werden naar het
trainingskamp van de SS in Trawniki gestuurd. In
oktober 1941
werd
SS-Sturmbannführer
Karl Streibel aangesteld als kampcommandant.
Op
19 juli 1942
bezocht Himmler Trawniki. Bekijk onze fotopagina!
De eenheden van vrijwilligers werden door de plaatselijke bevolking "Trawnikis" of "Askaris" genoemd.
De Duitsers noemden hen
Hilfswillige of afgekort
Hiwis, en zelf noemden de
vrijwilligers zichzelf
Wachmänner. In Trawniki kregen de
Wachmänner
een verkorte militaire training en oefening, waaronder including training voor het deporteren van Joden.
Ongeveer 2.000 – 3.000 bewakers slaagden voor de training gedurende het bestaan van het kamp.
Sommigen van hen werden ingedeeld in twee bataljons, elk bestaande uit vier compagnieën, samen
ongeveer 1.000 man. Een compagnie was 100 - 200 man groot. Eén van die compagnieën leidde
op tot groepscommandant (
Zugführer).
Eén of twee compagnieën waren permanent gestationeerd in
Lublin met het oog op de veiligheid. Andere eenheden uit
Trawniki verrichtten bewakingsdiensten bij verschillende instellingen en werkkampen binnen het district
Lublin.
Op elk van de
Aktion Reinhard vernietigingskampen was een eenheid groot 90 - 130 man
gelegerd. De meeste groepscommandanten waren
Volksdeutsche, die Duits en Oekraïens spraken.
Kijk op:
Late Trawniki Trials.
Bronnen:
Gutman, Israel.
Encyclopedia of the Holocaust
Arad, Yitzhak.
Belzec, Sobibor, Treblinka
Dr. Robert Kuwalek, Majdanek Memorial
Jewish Historical Institute, Warsaw
|
|
|
|
Kommandantur 2002 |
Monument 2002 |
Muur van het kamp 2002 |
Fabriek 2002 |
© ARC 2006